dinsdag 11 december 2012

Hangsmurfen



Mijn gedachten maken soms rare sprongen. Zo viel me onlangs iets op: eigenlijk zijn het net smurfen. Allemaal hetzelfde soort hoofddeksel, kleding die nagenoeg hetzelfde is en taalgebruik met één belangrijk woord wat op alle mogelijke taalkundige manieren gebruikt kan worden. Ik heb het over "de hangjeugd", die soms bijzonder veel moeite lijkt te doen om aan een stereotype te voldoen. Inwisselbare soorten petjes op hun hoofd, meestal op een manier waarop het een wonder is dat het blijft zitten. Dat hebben de smurfen ook, ik heb tenminste nog nooit een smurf zonder muts gezien, ondanks alle zotte avonturen die ze meemaken. De witte broekjes van de blauwe mannetjes zijn bijna allemaal hetzelfde (op een enkeling zoals klussmurf na, want die heeft natuurlijk een tuinbroek nodig), vergelijkbaar met de jassen met bontkraag. De smurfin heeft natuurlijk dan een variatie met een wit jurkje, maar zo zijn er ook jassen met bontkraag voor dames.
Maar wat voor mij echt de openbaring veroorzaakte was het taalgebruik. Waar de smurfen iedere smurftastische variatie smurfen van het woord "smurfen" om zo hun smurfentaaltje wat op te smurfen, zo kankert de kankerhangjeugd tig variaties op "kanker" door hun gekanker heen.
Nu zou ik nog een vergelijking kunnen maken tussen Gargamel en de geërgerde bejaarde op straat ("ik haaaaaat smurfen/jeugd"), maar dan zoek ik er ook wel een beetje naar... 

Tot zover dit voorbeeld van de gang van zaken in mijn hersenpan. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten